top of page

EMDR

Eye movement Desensitization and Reprocessing

Achtergronden
De eerste ontwikkeling van EMDR is gebaseerd op toevallige observatie. De Amerikaanse psychologe Francine Shapiro bemerkte in 1987 tijdens het maken van een wandeling dat er een onprettige herinnering uit haar jeugd naar boven kwam. Nadat haar ogen vanzelf enkele keren snel heen en weer hadden bewogen verminderde de negatieve emotionele lading van deze herinnering plotseling drastisch. Geïntrigeerd door deze bevindingen probeerde Shapiro vast te stellen of er een verband bestond tussen deze kennelijk min of meer spontane “verwerking” en het maken van oogbewegingen. Bovendien wilde ze nagaan of het waargenomen effect dat de snelle oogbewegingen hadden ook bij anderen kon worden bereikt. Onder haar eerste proefpersonen bevond zich een aantal Vietnamveteranen die reeds langdurig waren behandeld voor een posttraumatisch stress stoornis (PTSS). Het bleek dat als ze hen vroeg tegelijkertijd in gedachten een herinnering aan een nare gebeurtenis op te roepen en de ogen heen en weer te bewegen, het daarna prettiger was aan deze herinnering terug te denken. Uiteindelijk bleek het gemakkelijker de persoon te vragen zich de schokkende gebeurtenis, en de daarbij behorende gevoelens en gedachten, voor te stellen en tegelijkertijd met de ogen de vingers van de behandelaar te volgen. Vervolgens leidde Shapiro de patiënt af door met snelle horizontale bewegingen van haar hand voor de ogen van de patiënt heen en weer te bewegen. Uiteindelijk leidde al deze onderzoeken tot de ontwikkeling van een geprotocolleerde procedure: Eye movement Desensitization and Reprocessing, afgekort EMDR.

EMDR-effecten
De resultaten met EMDR zijn soms indrukwekkend. In veel gevallen wordt reeds na enkele sets van oogbewegingen, het oorspronkelijk beeld als minder angstopwekkend ervaren. We spreken in dit verband van een desensitiserend effect. De herinnering wordt onduidelijk en minder helder. Het kan ook zijn dat andere (niet-traumatische, zelfs  positieve)aspecten van dezelfde situatie meer naar voren komen. Er kunnen nieuwe gedachten of inzichten ontstaan waardoor er automatisch een ander, minder bedreigende, betekenis aan de gebeurtenis wordt gegeven.


Voordelen EMDR
Een bijzonder en niet onbelangrijk voordeel van EMDR is zde snelheid waarmee de resultaten kunnen worden bereikt. Een ander voordeel is, dat het niet noodzakelijk is dat de degene die EMDR ondergaat hun ervaringen uitvoerig beschrijft. Het in gedachten terugroepen van de traumatische beelden maakt bij EMDR slechts een klein deel van de
behandeling uit.


UItleg
Er zijn meerdere theorieën die de werking van EMDR onderbouwen. De meest recente theorie, die de desensitiserende effecten van EMDR tot nu toe het beste verklaart is de werkgeheugentheorie. Het uitgangspunt van deze theorie is dat het menselijk werkgeheugen geacht wordt verschillende taken tegelijkertijd te kunnen uitvoeren. Het werkgeheugen heeft echter een beperkte capaciteit. Het gevolg daarvan is dat door het uitvoeren van de ene taak de prestaties op het gebied van een andere taak- zoals het in gedachten ophalen en vasthouden van geheugen beelden-onder druk komen te staan (Baddeley, 2000;2012). Wanneer het werkgeheugen wordt belast met een herinnering en er tegelijkertijd een aandacht opeisende taak moet worden uitgevoerd-zoals het zo goed mogelijk volgen van de
vingers-dan blijkt dat deze informatie simpelweg niet tegelijkertijd kan worden verwerkt waardoor de emotionele intensiteit van de herinneringen langzamerhand verloren gaat. Er blijft een neutraal beeld over, wat het gevoel geeft dat desbetreffende persoon de herinnering aankan.


Er bestaat een brede empirische steun (gebaseerd op controleerbare feiten oftewel dat wat op ervaring op proefneming berust) om PTSS ten gevolge van een eenmalige, schokkende gebeurtenis bij een relatief gezond persoon, het zogenaamde type-1 trauma (zie bijvoorbeeld Bisson e.a.,2007) te behandelen met EMDR. In een dergelijk geval zal de behandeling doorgaans niet langer dan enkele sessies in beslag behoeven te nemen. Niet zelden is een enkele sessie voldoende (zie voorbeeld De jongh & Ten Broeke, 2001c)

bron: EMDR Handboek van Ad de Jongh en Erik ten Broeke (7e editie)

bottom of page